BASISBEGRIP VOOR DE WERKING VAN DE MAC - de MacMiep Mac Cursus voor MacOS Classic

In tegenstelling tot de PC, een Mac heeft in zijn ROM-geheugen (read only memory) het bewustzijn:
"Ik ben een Mac en als je me aanzet heb ik nodig:

a - een opstartschijf (HD, CD, etc.) met daarop
b - een Systeemmap,
c - in die Systeemmap moeten minstens zitten de bestanden System en Finder."

System is het bestand met essentiële gegevens en de Finder is het programma wat je altijd voor je ziet, het beheert het bureaublad, de mappenstructuur en alle functies daarin.

Daarmee start een Mac lachend op (vindt ie niks dan krijg je een floppy met een vraagteken), maar kan nog weinig doen. Om programmatuur te kunnen draaien en om bijvoorbeeld op het internet te komen, heeft de Systeemmap extra's nodig. Deze hulpprogrammaatjes noemen we Extensies.

Ze staan in de map 'Extensies' in de systeemmap en worden tijdens het opstarten geladen. Het zijn al die symbooltjes die je voorbij ziet vliegen terwijl de opstart-thermometer loopt.
Verder vind je ook een map 'Regelpanelen'. Dit zijn ook extensies, maar daarmee kun je meer, je kunt instellingen opgeven en veranderen. Bijvoorbeeld de snelheid van je muis, internetgegevens.

MacMiep MacCursus voor MacOS